Dit zijn stukken leerstof die je doorheen de 2de en 3de graad ziet in richtingen met minimum 2 uren Biologie per week. In principe zie je bij Biologie de verschillende onderwerpen doorheen de jaren terugkomen, telkens op een hoger niveau. Let op met stukken die je (door omstandigheden) enkel in de 2de graad zag, de vragen die je krijgt op het Toelatingsexamen zijn wel degelijk van het niveau 3de graad.
Basisconcepten uit de biologie
De eukaryote cel: bouw en de functie van de celorganellen
· Lichtmicroscopische bouw van dier- en plantaardige cel
· Elektronenmicroscopische bouw van dier- en plantaardige cel:
- bouw en functie van celorganellen en -structuren: kern, plastiden, mitochondriën, endoplasmatisch reticulum, Gogli-apparaat, lysosomen, ribosomen, celmembraam, cytoskelet (microfilamenten, microtubuli), centriolen, celwand, vacuole
- eenheidsmembraan: bouw en functie
- verschil tussen dier- en plantencel
· Uitwisseling van stoffen tussen cel en milieu:
- passief transport: diffusie, osmose
- actief transport: transport van stoffen tegen een concentratiegradiënt
- endo- en exocytose
Stofwisseling en energetische omzettingen in de eukaryote cellen en organismen
- Chemische stoffen
- Belang van water, mineralen en ionen (Na+ , K+ , Ca2+, Mg2+, PO4-3, Fe2+, Cl-)
- Moleculaire bouw en functie van sachariden, lipiden, proteïnen, nucleïnezuren
- Energetische omzettingen in de cel
- Celmetabolisme: cellulaire vertering, fotosynthese en aerobe en anaerobe celademhaling
- Rol van enzymen
- Rol van ATP
Erfelijke informatie
· DNA als codesysteem
· RNA en eiwitsynthese: transcriptie en posttranscriptionele wijzigingen (met inbegrip van splicing), translatie en posttranslationele wijzigingen
· Mutaties (puntmutaties, genmutaties, chromosoommutaties, genoommutaties) en de effecten op eiwitten en individuen
· Genregulatie: rol van factoren en moleculen die de transcriptie van genen beïnvloeden zoals activeren, induceren, versnellen, inhiberen (repressie), uitschakelen en blokkeren
· Karyogramanalyse (zie ook bij celvermeerdering)
Celvermeerdering
· Beschrijving celcyclus
· DNA-replicatie: verloop en belang
· Polymerase chain reaction (PCR) als toepassing van DNA-replicatie
· Chromatine, chromosomen, karyogram (zie ook bij erfelijkheid)
· Mitose: verloop en belang
· Meiose : verloop en belang, crossing-over tussen homologe chromosomen en non-disjunctie, recombinatie (zie ook bij erfelijkheid)
Erfelijkheid
· Relaties tussen kenmerk, gen, allel, chromosoom, genotype, fenotype
· mono- en dihybride kruising met dominant/recessieve overerving, codominantie, intermediaire of partiële dominantie, letale allelen, multiple allelen, cryptomerie of epistasie
· Gekoppelde genen, recombinatie (zie ook bij celvermeerdering)
· Geslachtsgebonden overerving
· Stamboomanalyse van families
Evolutie
· Wetenschappelijke argumenten die de evolutietheorie onderbouwen
· Theorie van Darwin en de moderne evolutietheorie
· Natuurlijk en kunstmatige selectie: drift
· Ontstaan van soorten en de rol van isolatie
· Evolutie van de mens: factoren die een rol spelen bij hominisatie
Menselijke voortplanting
· Bouw en functie van mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen
· Hormonale regeling van de vruchtbaarheid (zie ook bij hormonaal endocrien coördinatiestelsel)
· Verloop van oögenese en spermatogenese
· Verloop van de bevruchting
· Zwangerschap en geboorte
- Hormonale regeling (zie ook bij hormonaal endocrien coördinatiestelsel)
- Verloop en ontwikkeling van embryo tot foetus
- Bouw en functie van navelstreng en placenta en vruchtwaterzak
· Anticonceptie bij de man en de vrouw: methoden en betrouwbaarheid
· Medische begeleide voortplantingstechnieken: in-vitrofertilisatie (IVF), intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI), intra-uteriene inseminatie (IUI)
Skelet- en bewegingsstelsel van de mens
· Skeletonderdelen: lange en platte beenderen (bouw en groei), soorten gewrichten
· Skeletspierweefsel, hartspierweefsel en glad spierweefsel: verschillen en situering in ons lichaam
· Werking van de dwarsgestreepte spier, relatie tussen contractie en energieomzetting
·interactie tussen skelet en spieren voor beweging
Zenuwstelsel of neuraal coördinatiestelsel
· zenuwcel of neuron: bouw en functie (prikkelontvanger en geleider)
· de samenhang tussen prikkel, receptor, zenuwimpuls, synaps en effectororgaan
Hormonaal of endocrien coördinatiestelsel
· hormonale regulatie van de bloedsuikerspiegel via insuline en glucagon
· hormonale regulatie van de menstruele cyclus met inbegrip van feedbackwerking (zie ook bij menselijke voortplanting)